Geschiedenis
De grenzen van het departement Nièvre zijn in 1792 officieel vastgelegd in de tijd van Napoleon. Het komt bijna overeen met het voormalige graafschap van Nevers dat in 1538 een hertogdom werd. Deze zijn vooral aangegeven door de rivieren die door het gebied stromen, in het westen de Loire, aan de zuidelijke en oostelijke kant de Nivernais en in het noorden de Saone.
Het gebied is in twee delen op te splitsen met ten westen van het kanaal Nivernais het Val de Loire en boerenland tussen de glooiende heuvels. Ten oosten de Morvan, een grote granieten heuvelrug, een bosrijk natuurpark.
De Nivernais was vroeger een gebied vol conflicten doordat het een bufferzone was tussen Bourgondië, de Berry en de Bourbonnais. Ook Jeanne d’Arc werd in 1429 in Saint-Pierre-le-Moûtier als goddelijke bevrijdster onthaald, maar enige maanden later verslagen in La-Charité-sur-Loire.
Vanaf 1538 werd het graafschap een hertogdom en kwam de economie op gang. De Loire werd druk bevaren met binnenschepen en er ontstond ruimte voor ruilhandel. Vervolgens kwam de faience-industrie (Bleu de Never-aardewerk) op gang , maar ook de ontginning van mineralen, ijzererts en steenkool. Hieraan dankt de Nivernais zijn mijnbekkens, en de steenkool- en staalindustrie. Dankzij de bossen van het Nivernais plateau en de Morvan was de houtsector ook erg actief. Van de beroemde flotteurs du bois (het vervoeren van hout via stromend water) zijn dan ook overal wel verhalen te vinden.
Het fokken van vee werd vooral in de 19e eeuw belangrijk en de bleekbeige Charolais runderen staan nog steeds om hun kwaliteitsrundvlees bekend.
Beroemde Bourgondiers :
Claude Tillier (1801-1844) Mon oncle Benjamin.
Jules Renard (1864-1910) Poil de Carotte, Des Histoires Naturelles.
Romain Roland (1866-1944) Colas Breugnon.
Maurice Genevoix (1890-1980) zanger; bezingt het platteland.